diannaarkenia.reismee.nl

Blog 6 - Dagelijkse kost

Lieve vrienden en familie,

De laatste tijd hoorde ik van veel kanten dat jullie mijn blogs trouw lezen en volgen. Echt heel lief en leuk dat jullie dit doen! Het is een fijn idee dat jullie op deze manier toch een beetje met me meereizen ;) Denkend over een leuke inhoud van deze blog, scrolde ik een beetje doelloos door de vijf voorgaande. Over de leuke tripjes en de cultuur heb ik al best wat geschreven. Ineens realiseerde ik dat het misschien voor sommigen nog niet echt duidelijk is hoe een standaard werkdag er voor mij uitziet. Terwijl ik toch het grootste gedeelte van mijn tijd op de Mental Unit te vinden ben. Daarom in deze blog een inkijkje in een ‘normale’ werkdag!

De wekker gaat rond een uur of 6:30-7:00. Vijf mensen zijn zich dan al aan het klaarmaken, omdat zij om 7:30 vertrekken. Florentine (een andere vrijwilliger op de Mental Unit) en ik vertrekken altijd rond 8:15. Het tosti-ijzer is het meest begeerde attribuut in onze keuken. In Kenia is namelijk wel brood te krijgen, maar dat is kurkdroog. Daarom toast eigenlijk iedereen zijn brood in het tosti-ijzer voordat het de broodtrommel ingaat, gewoon, met beleg en al. Om 8:15 komt onze vaste tuktuk-driver José voor rijden en met genoeg water, Deet (muggenspray) en zonnebrandcreme stappen we in. Steevast staat er file, ondanks dat José die met binnendoorweggetjes probeert te vermijden. Op drukke kruispunten staan er handelaars met de gekste dingen, bijvoorbeeld handdoeken of telefoonaccessoires. Ook zijn er veel bedelaars, zoals gehandicapte kinderen die worden rondgereden in hun rolstoel door een oudere broer of blinde moeders die aan de hand worden genomen door hun dochters en zich zigzaggend door het verkeer wagen. Bij onze tuktuk blijven ze stil staan en rammelen met een kopje met wat muntjes, in de hoop wat van deze rijke mzungu te krijgen. Ondanks de schrijnende beelden hebben we de ongeschreven regel met elkaar om niets te geven. We willen mensen niet bemoedigen om op deze manier hun geld te ‘verdienen’. Bovendien weet je het achtergrondverhaal en de context niet, er zijn namelijk helaas ook veel ’neppe’ bedelaars te vinden...

Iets voor 9:00 arriveren we op het project. Bij aankomst lopen we altijd eerst langs de apotheek en het is iedere ochtend weer een verrassing wie of wat we daar aantreffen. De apotheek zit binnen de Mental Unit en hier kunnen psychiatrische patiënten hun wekelijkse of maandelijkse dosis medicijnen ophalen. Het gebeurt echter nog al eens dat iemand ondanks medicatie toch in een psychose belandt. Zo zagen we een vrouw, die zo hysterisch was, dat ze door haar familie aan een paal bij de apotheek was vastgebonden. Een andere keer was er een man in een rolstoel, halfnaakt en gooiend met zijn slippers. Eergisteren nog zagen we een andere man, die wild tegen Lucifer (de duivel) aan het bidden was en wild gebarend schreeuwde: “Mojo, mojo! (Vuur, vuur!)”. Voor zulk soort situaties is er niet echt een protocol. Meestal laat het personeel deze mensen wat uitrazen tot ze bedaard zijn, iets wat je je in Nederland echt niet kunt voorstellen.

Tussen 9:00 en 9:30 arriveert vaak de eerste patiënt. Afhankelijk van de dag van de week is dit een outpatiënt (iemand die thuis woont) of een inpatiënt (iemand die opgenomen is). Psycholoog Peter begint steevast met een introductierondje, dus inmiddels heb ik de zin “Hi, my name is Dianne and I am a psychology student from the Netherlands”, denk ik al wel honderd keer uitgesproken. Een therapie duurt hier ongeveer een uur. Omdat patiënten alleen maar een datum afspreken, komt het gerust voor dat ze 2,5 uur moeten wachten voordat ze aan de beurt zijn. Florentine en ik hebben een schriftje waarin we aantekeningen maken over de problematiek en hoe Peter of de andere psychologen dit benaderen. Af en toe is er gelegenheid om een vraag te stellen of om ons advies te geven.

Ook mogen we wel eens inpatienten uitkiezen voor een consult. Dit gaat op een zeer niet-gestructureerde manier, namelijk: gewoon de stapel dossiers naar je toeschuiven en vanaf de bovenste beginnen met bladeren. Het enige criterium is eigenlijk alleen dat de patiënt niet recent nog gezien is. Soms is het lastig om je hierop te concentreren, vanwege het slordige handschrift van sommige psychiaters (zucht), maar ook omdat de inpatients voortdurend naar je roepen en je aandacht proberen te trekken, zoals ik in Blog 4 beschreef. De dossiers worden namelijk bewaard op het aanrechtjes tússen de twee wards (afdelingen) in. Wanneer een patiënt je geschikt lijkt, roep je heel hard zijn/haar naam door het gaas. Er is altijd wel minstens een ijverige patiënt die jouw boodschap vervolgens luidkeels doorgeeft aan de rest van de ward en na een minuut of drie komt de persoon in kwestie aangelopen. Het is altijd even spannend of hij/zij stabiel genoeg is, maar als dit zo oogt, haalt de bewaker de vergrendeling van de deur en nemen we de patiënt mee naar het kantoor van Peter.

Peter luncht, en nog wat Kenianen met hem, niet. De eerste dag wist ik dat uiteraard niet en zat om 14:30 met een rammelende maag mijzelf af te vragen of het al etenstijd was. Sindsdien plannen Florentine en ik onze eigen lunchtijd in tussen consulten door. Via de app wordt even afgestemd of de vrijwilligers in het hoofdziekenhuis ook al klaar zijn en vaak ontmoeten we elkaar bij het restaurantje op het ziekenhuisterrein. We bestellen een drankje of, als het tosti-ijzer écht te druk bezet was die ochtend, ook wat te eten. De keuze is niet zo groot: er is ugali (een klomp deeg, gemaakt van mais), chapati (een soort pannenkoek), getheri (een mix van mais en bruine bonen), rijst met bonen, wat vleesstukjes in jus en enkele groentes zoals mchicha (zachte spinazie). Er heerst altijd een gezellig sfeertje in het cafétje van Marjo, de eigenaresse en we zijn altijd benieuwd naar elkaars verhalen.

In de middag is het altijd spannend of er überhaupt een programma is. De meeste patiënten komen ‘s ochtends en dus komt het wel eens voor dat er niemand is. De inpatients krijgen rond de middag hun medicatie en zijn dan niet helder genoeg om een therapie te volgen. Dus op sommige dagen kletsen we over de verschillen tussen Nederland en Kenia, leren we wat Swahili of gaan vroeg naar huis. Er moet namelijk ook voor het eten gezorgd worden. ’s Ochtends vroeg of via de app wordt besproken wie er de boodschappen gaat halen en wat er op het menu staat. Ook op culinair gebied is er een wereld voor me open gegaan kan ik je zeggen! Shakshuka, aglio olio, spaghetti alla puttanesca, inspiratie genoeg om een keertje thuis te koken mam!

’s Middags en ‘s avonds is er tijd om met het thuisfront te bellen. Zo ben ik deze week op virtuele familievakantie en online kraamvisite bij nichtje en naamgenootje Joanne geweest. Het is even improviseren, maar als de wifi meewerkt kun je prima beeldbellen. Rond een uur of 22:00 liggen we op een oor. Met z’n zessen, verdeeld over vier stapelbedden in een snikhete kamer waar de overige twee bedden door de termieten zijn aangevreten, maar we maken het gezellig! Het raam kan een stukje open en er hangt een ventilator aan het plafond, dus we redden ons prima. Na een verdiende nachtrust, gaat de wekker weer om 7:00 ;)

Groetjes,

Dianne

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!